Waarom zou je eigenlijk stoppen met roken! Het is gezellig, lekker. goedkoper dan alle andere drugs, het helpt je in moeilijke situaties, kartom: waarom moet je er eigenlijk van aft Alleen omdat je er later misschien kanker van krijgt? Maar die kans is maar ben op vier! En bovendien loop je voor die tijd misschien wel onder een tram. Dan ben je wel mooi voor Piet Snot gestopt met roken.
Ik heb vijftien jaar gezocht naar een manier om gelukkig te zijn met het roken. Alle nadelige kanten van het roken heb ik weggecijferd. Minder oud worden? Ik maakte mezelf wijs dat ik het juist prettig vond om niet zo oud te worden. Ik wilde immers groot en meeslepend leven, en sterven in het harnas. Minder energie? Maar ik hoef niet meer energie. ik ben geen sportman en de dingen die ik leuk vind, daar heb ik energie genoeg voor. Ongezond? Ach, die paar rochelende hoestbuien elke dag ik ben gewoon permanent een beetje verkouden, dat is alles. Stinkt het? Geen last van mijn neus is permanent verstopt waardoor ik toch haast niets meer ruik. Verlies aan maak- en reukvermogen? Maar ik proef nog steeds het verschil tussen mayonaise en ketchup. En minder ruiken is in deze vervuilde welvaartsstaat juist een voordeel. Zo wist ik alle nadelen weg te rationaliseren. Maar toch bleef daar altijd dat stemmetje op de achtergrond, dat me bij elke goedpraterij heel zachtjes influisterde: "Bullshit.
Als ik nou maar gewoon elke dag een páár sigaretjes kunnen roken, dan zou ik nooit stoppen, heb ik heel gedacht. Net als elke stevige roker was ik jaloers op de gelegenheidsroker. Die lijkt ons immers de verpersoonlijking van de gelukkige roker. Ik heb ooit een periode van twee jaar niet gerookt. Ik ben weer begonnen omdat ik dacht: 'Nu heb ik wel bewezen dat ik het roken onder controle heb, nu ben ik de baas over het roken, nu kan ik wel af en toe een sigaretje roken voor de gezelligheid.' Nou, vergeet het maar. De eerste maanden rookte ik weliswaar beduidend minder dan een pakje per dag, maar elke sigaret die ik niet rookte, miste ik wel. En geleidelijk vervaagden de grenzen die ik rond het roken had gesteld.
Inmiddels heb ik ontdekt dat de gelukkige roker niet bestaat. Rond de gelukkige (want matige) roker bestaan twee belangrijke misvattingen. De eerste is dat een stevige roker ook werkelijk in staat zou zijn om te minderen naar een matige roker. Ik was een stevige roker, en elke poging om te minderen liep uit op meer roken. En als ik heel eerlijk ben, heb ik maar heel zelden echt geprobeerd om te minderen. Wel ben ik het heel vaak van plan geweest.
Ben jij een stevige roker? Als minder roken echt een manier was om gelukkig te roken, zou je dat dan niet allang gedaan hebben? Wees eerlijk voor jezelf en erken dat je gewoon niet het type bent om weinig te roken.
De tweede misvatting rond het idee van de gelukkige roker, is de veronderstelling dat een matige roker niet of minder verslaafd is. Er kwam een vrouw bij me die slechts drie à vier sigaretten per dag rookte, waarbij ze pas 's avonds na de warme maaltijd begon. Ze wilde dolgraag van het roken af. Hoewel ze zich de hele dag verheugde op die paar sigaretten, zag ze er tegelijkertijd ook steeds meer tegen op. Ze vond die sigaretten namelijk meestal erg vies, maar kon het gewoon niet laten om ze op te steken.
Voor de stevige roker is dit een onwaarschijnlijk verhaal: wie wil er nu stoppen als je maar een paar sigaretten per dag rookt! Elke zware roker is jaloers op de matige roker. Vergelijk dit eens met de gevangene die opgesloten zit in een kleine cel en nooit naar buiten mag. Deze gevangene is jaloers op andere gevangenen die een uurtje per dag over de binnenplaats mogen lopen. Maar er is niemand die jou gevangen houdt in je rookverslaving, behalve jij zelf. Waarom jaloers zijn op iemand die in dezelfde gevangenis zit als jij? Waarom zou je dan niet kiezen voor de volledige vrijheid?
Natuurlijk voel je je bij het roken van twee sigaretten per dag minder ongezond dan bij twintig. Maar is het jezelf ongezond voelen wel de belangrijkste reden om van het roken af te willen? De vrouw die een paar sigaretten per dag rookte, wist wel beter. Ze voelde zich niet ongezond, ze voelde zich onvrij, en daarom wilde ze er dolgraag vanaf. Hoe vaak heb ik als roker niet gedacht: Ik wou dat ik alleen die sigaretten hoefde te roken die mij echt lekker smaken, en dat ik de rest kon laten. Maar dat is nu juist het belangrijkste kenmerk van een verslaving: dat je niet meer vrij bent in de keuze tussen wel of niet gebruiken. Het is door die onvrijheid, door het besef dat je telkens iets doet waar je het zelf niet mee eens bent, dat je je ongelukkig gaat voelen.